Menu

Verwarming

Onderstaande tekst komt uit het bewonersboekje (p8-9 en p20-21). Merk op dat Nuon sindsdien onze gasturbine heeft afgekoppeld. Sinds 2013 lopen er gesprekken om ons terug op stadsverwarming aan te sluiten. Voor de bediening van de warmte-unit en het aflezen van het historisch verbruik, zie de laatste twee pagina’s van de Multical 402 user guide (pdf).

Warmte-krachtkoppeling

Bij Warmte-krachtkoppeling wordt nuttig gebruik gemaakt van de restwarmte die ontstaat bij het opwekken van elektriciteit met een verbrandingsmotor, een gasturbine of een stoomturbine. De restwarmte die daarbij vrijkomt in de vorm van verbrandingsgassen of stoom verwarmt via warmtewisselaars water. Het verwarmde water gaat via een ondergronds leidingstelsel naar de radiatoren in de woningen. In de individuele warmte-unit zit een meter voor het verbruik en een warmtewisselaar om leidingwater op te warmen voor tapwater in de keuken of douche. De gasturbine in de WKK-installatie op het GWL-terrein zorgt dus voor elektriciteit in en verwarming van de woningen. Dit scheelt de helft in C02-uitstoot, de belangrijkste veroorzaker van het broeikaseffect, en het rendement is circa 10% hoger dan van een gewone energiecentrale. De elektriciteit die op het GWL-terrein wordt opgewekt wordt teruggeleverd aan het openbare elektriciteitsnet en gaat dus niet rechtstreeks naar de woningen. De warmtekrachtinstallatie, die zich in een gebouw aan de westzijde van het Machinepompgebouw bevindt, opereert geheel automatisch en wordt door het energiebedrijf op afstand bewaakt.

Centrale verwarming

Uw woning heeft een warmte-unit (warmtewisselaar). Deze doet eigenlijk hetzelfde als een combiketel: hij verwarmt uw huis en zorgt voor warm water. Het verschil is dat de warmte-unit geen gas, maar warm water gebruikt. De warmte-unit is via geïsoleerde leidingen aangesloten op het energiegebouw in de wijk. De warmte-unit is voorzien van een warmtemeter. De warmte-unit wordt op de dag van de oplevering door het energiebedrijf en de installateur voor u in gebruik gesteld, waarna de warmte-unit bedrijfsklaar is. Om het verkregen warme water optimaal te benutten kunt u gebruik maken van de voorzieningen voor hot-fill. Hot-fill geeft de mogelijkheid de wasmachine en/of vaatmachine te vullen met warm water. Verderop in dit hoofdstuk leest u bier meer over.

Warmtemeter

Zowel op de warmte-unit als in de meterkast van uw woning kunt u de stand van de warmtemeter aflezen. De warmtemeter in de meterkast is speciaal aangebracht voor de meteropnemer van het energiebedrijf, die een keer per jaar de meterstand komt uitlezen.

CV- en warmwaterinstallatie

Bediening

Voor de verwarming van de waning is de warmte-unit aangesloten op de kamerthermostaat. Afhankelijk van de ingestelde kamertemperatuur zal de warmte-unit in de woning gaan werken. lndien de kamerthermostaat op een minimumwaarde wordt ingesteld, zal de warmte-afgifte van de warmte-unit geheel stoppen: Het thermostatische ventiel van de warmte-unit is ingesteld op 60 graden Celcius. Het warme water wordt dan, in principe, met een temperatuur van 55 – 60 graden Celcius afgeleverd. Lagere temperaturen kunnen worden bereikt door bet bijmengen van koud tapwater.

Onderhoud en storingen

Het onderhoud van de warmte-unit is in banden van het energiebedrijf, dat tevens eigenaar is van de unit. Voor storingen in de warmtelevering dient u dus bet storingsnummer te bellen dat op de informatiekaart is vermeld. Deze informatiekaart vindt u in de bijgevoegde folder van het energiebedrijf en op de warmte-unit. De binneninstallatie (vanaf de warmte-unit) wordt onderhouden door een installateur. Klachten kunt u melden bij PWV-Wonen (huurders) of uw Vereniging van Eigenaren (kopers).

Lekkage

De warmte-unit is, evenals alle radiatoren, voorzien van stopafsluiters. In geval van een calamiteit (bijvoorbeeld lekkage) kunt u de afsluiters van bet lekkende toestel sluiten. Voor lekkage aan de warmte-unit dient u, conform de instructie op de informatiekaart te handelen en het storingsnummer van het energiebedrijf te bellen.

Bijvullen en aftappen van de huisinstallatie

Het bijvullen van de installatie is niet toegestaan en ook niet nodig. Het bijvullen vindt plaats in het wijkenergiegebouw. Tap de huisinstallatie nóóit af! Het energiebedrijf is verantwoordelijk voor de goede werking en bet onderhoud van haar installatie, die (via de warmte-unit) direct verbonden is met de huisinstallatie. In noodgevallen kunt u altijd bet servicenumrner bellen.

Ontluchten van de installatie

Het energiebedrijf heeft samen met de huisinstallateur de installatie ontlucht. De warmteleidingen van de installaties worden tevens, continu, automatisch ontlucht. Er kan daarentegen wel lucht in de huisinstallatie ontstaan. Op de radiatoren zijn hiervoor ontluchtkraantjes aanwezig, waarmee u de huisinstallatie zelf kunt ontluchten

In de zomer

’s Zomers zet u de kamerthermostaat in de laagste stand. Hiermee wordt de warmtelevering ten behoeve van de ruimteverwarming stop gezet. De warmtelevering ten behoeve van het warm tapwater gaat dan ongestoord door. De warmte-unit moet daarvoor wei op het elektriciteitsnet aangesloten blijven.

In de winter

Tijdens een vorstperiode is het van belang dat alle radiatorkranen iets zijn geopend. Ook in de ruimten waar niemand aanwezig is. Door het meeverwarmen van deze ruimten bij vorst stookt u niet minder zuinig. U bereikt ermee dat in de andere vertrekken de gewenste temperatuur sneller kan worden bereikt. Tevens voorkomt u hiermee bevriezing van leidingen en radiatoren.